
Diableries augmentées | Révélations Méliès
Samenwerking Petermfriess, Olivier Guyaux en Dan Zhu
Diableries augmentées is een kunstwerk waarin de stereoscopische visioenen van Georges Méliès worden herinterpreteerd door een hedendaagse artistieke benadering. Deze negentiende-eeuwse kaarten, met hun dansende skeletten, satirische duivels en rottende onderwerelden, presenteren de dood nooit als een finaliteit, maar als een portaal. Het is een symbolisch theater waarin de sluier tussen zichtbaar en onzichtbaar wordt vervaagd en een doorgang biedt naar verborgen dimensies. Collectie Fonds Alain Roch
Méliès' Diableries , ontstaan in een tijdperk vol occulte herlevingen, theosofie en verbeeldingen, worden bekeken door de nieuwe optica van kunstmatige intelligentie. Kunstmatige intelligentie fungeert als medium én alchemist, door patronen in de schaduw te voorspellen, onbewuste sporen te onthullen en te bezielen wat stilstond. Net als in negentiende-eeuwse seances, waar ectoplasma en gemanipuleerde foto's kanalen werden voor contact met geesten, toveren hedendaagse algoritmen archetypische figuren tevoorschijn: de skeletachtige menigte, de groteske bedrieger, de duivel die heerst over hels theater.
Zodra de stereoscoop een verborgen derde dimensie onthulde, onzichtbaar voor het blote oog; zo reconstrueert AI ook nieuwe dimensies uit het archief. Deze ruimtelijke resonantie roept de interferenties in een visuele ruimte op, waar lichtstralen samen pulseren. Wat stereoscopie optisch bereikt, breidt AI computationeel uit – door onzichtbare relaties aan het licht te brengen, latente geometrieën op te roepen en nieuwe perceptuele akkoorden te genereren. Elke Diablerie wordt vloeiend en levendig, begeleid door soundscapes die ademen met mysterieuze vitaliteit. Plotselinge visuele uitbarstingen roepen de veranderlijkheid van geestenstemmen op, alsof het archief zelf bezeten is door iets dat groter is dan de som der fragmenten.
Gemaakt met behulp van kunstmatige intelligentie, onderzoekt het werk elke stereoscopische kaart door kunstmatige lenzen en oren, waarbij de machine onzichtbare motieven en narratieve onderstromen onthult en de stilstaande beelden vervolgens transformeert tot geanimeerde droomlandschappen. De visuele ervaring wordt gecombineerd met een soundtrack die is geïnspireerd op Félix de Godefroids La voix des songes (1880) om een organische uitbreiding te componeren die de kijker dieper meeneemt in het labyrint van helse onthullingen.
In die zin is Diableries augmentées als kunstwerk gebaseerd op een genealogie van thanotechnologieën – instrumenten die bemiddelen tussen levenden en doden. In tegenstelling tot veel van de hedendaagse digitale replica's van individuen (chatbots, hologrammen, digitale tweelingen), zijn de spookverschijningen hier collectief, symbolisch en allegorisch. Méliès' infernale theater trilt van de echo's van occulte beelden, en Diableries augmentées wordt een ander resonerend lichaam, dat archetypen versterkt en onbewuste lagen nieuw leven inblaast.
Het werk resoneert met hedendaagse ideeën over het leven na de dood, waar data, lichamen en beelden blijven bestaan buiten hun tijdsgrenzen. Dit is een dubbele alchemie: eerst die van Méliès zelf, die de dood transformeert in spektakel en satire; vervolgens de algoritmische alchemie van AI, die stilstand transformeert in beweging en stilte in resonantie. Na verloop van tijd verschuift de resonantie zelf: net zoals zilverkatoenen prints hun klankkleur met de jaren verdiepen, zo krijgen ook AI-modellen een nieuw patina naarmate ze worden heropgevoed. Technologieën uit het verleden en het heden echoën door elkaar en produceren harmonieën die geen van beide afzonderlijk zou kunnen volhouden.
Voor de toeschouwer is de ervaring niet passief. Elk tableau is een drempel, een portaal naar een ecologie van schaduwen waar technologieën uit het verleden in dialoog treden met die van het heden, waar occulte humor en digitale tovenarij samenkomen. Kijken is deelnemen aan een initiatie – geleid worden door helse architecturen, ondergedompeld in een poëtische archeologie van verborgen geesten, en uitgenodigd om te overwegen dat de doden nooit stil zijn, slechts veranderende vormen.
Het kunstwerk is tot het voorjaar van 2026 te zien in Tiny Gallery Brussels, parallel aan de grote tentoonstelling Grand Art in Photography – Symbolism, Esotericism, Occultism (1860–1918): Photography in the Art Nouveau Period, geproduceerd in samenwerking met Maison Hannon.