Reisfotografie 1880-1930
Tentoonstelling Stereoscopie: een driedimensionale revolutie
Deze tentoonstelling dompelt bezoekers onder in de gouden eeuw van reisfotografie via stereoplaten en stereoscopen, en biedt een unieke 3D-ervaring. Het toont de technologische prestatie en benadrukt het werk van amateur- en exploratieve fotografen, zowel mannen als vrouwen, die landschappen, culturen en historische momenten over de hele wereld documenteerden.
Collectie Olivier Guyaux, Alain Roch, Laure Winants
VR-video Petermfriess, 3D Anaglyph Wout De Ridder
Inventaris: Carole Moncoquet, Delphine d'Elia
Amateur stereofotografen speelden een cruciale rol in het populariseren en verspreiden van driedimensionale fotografie. De toenemende toegankelijkheid en betaalbaarheid van de technologie stelde veel liefhebbers in staat om te experimenteren met stereofotografie en hun creaties te delen met familie en vrienden, waardoor een breder publiek verre oorden kon verkennen vanuit het comfort van hun huis.
Stereoscopie, een techniek die de illusie van diepte creëert uit tweedimensionale beelden, is gebaseerd op het principe van binoculair zicht dat werd bestudeerd door Leonardo da Vinci. In 1838 vond Sir Charles Wheatstone de stereoscoop uit, die twee beelden gebruikte die vanuit licht verschillende hoeken waren genomen (het beeld van elk oog nabootsend). Wanneer ze samen worden bekeken, voegt het brein ze samen tot één 3D-beeld, waardoor een gevoel van diepte ontstaat.
De opkomst van fotografie in de 19e eeuw bood het perfecte medium voor stereoscopie. Stereoplaten legden twee perspectieven van een scène vast, wat het menselijk zicht simuleerde. In 1850 was deze techniek een populair fenomeen geworden. Het vermogen om foto's in drie dimensies te zien, fascineerde het publiek en zorgde voor een bloeiende markt voor stereobeelden. Ontdekkingsreizigers en fotografen namen stereoscopische camera's mee op hun reizen over de hele wereld, waardoor mensen verre landen en culturen op een meeslepende en realistische manier konden ontdekken. Stereobeelden van monumenten, natuurwonderen en inheemse volkeren waren bijzonder populair.
In tegenstelling tot professionele foto's, die zich richtten op grote expedities of belangrijke gebeurtenissen, legden amateurfotografen scènes vast uit het dagelijks leven. Deze beelden leveren onschatbare historische documenten op, die een intiemer en persoonlijker beeld van het tijdperk bieden. Tegenwoordig worden ze gebruikt voor educatieve en culturele doeleinden, waarbij een momentopname van het leven rond de eeuwwisseling wordt bewaard.
Hoewel de populariteit ervan in het begin van de 20e eeuw afnam, legde stereoscopie de basis voor moderne 3D-beeldtechnologieën. Het heeft verschillende gebieden beïnvloed, waaronder virtual reality, cinema en geneeskunde, en heeft een blijvende erfenis achtergelaten van de innovatie die door Wheatstone en Brewster werd gepionierd.
De View-Master: een venster op de wereld De View-Master werd in 1939 geïntroduceerd en boeide het publiek lang voordat kleurentelevisie standaard werd in huizen. Met dit stereoscopische apparaat konden gebruikers gekleurde 3D-beelden bekijken met behulp van rollen met dia's. In een tijd waarin visuele media nog beperkt waren, bood de View-Master een unieke meeslepende ervaring, waarbij gebruikers werden meegenomen naar verre landschappen, geanimeerde verhalen of educatieve rijken, allemaal in levendige kleuren en realistische diepte. Vóór de komst van kleurentelevisie in de jaren 1950 en 1960 was de View-Master een fascinerend venster op de wereld, dat zowel educatieve als recreatieve doeleinden diende en generaties lang een geliefd cultureel icoon werd.
coll. Alain Roch